En wat als u plots apps wil ontwikkelen?

De fiscus heeft een zeer streng (achterhaald?) standpunt.

Op een goede dag bent u uw werk als boekhouder (één van de beroepen die zullen verdwijnen volgens sommigen) beu. U denkt aan de toekomst en plots ziet u het licht: apps ontwikkelen – dat is de toekomst. U schrijft zich in en studeert vlijtig om mee te zijn met de nieuwe technologieën, u bereidt zich voor en doet actief mee aan levenslang leren.

Dat moeten we allemaal: levenslang leren en ons erbij neerleggen dat elk beroep om de 5 jaar opnieuw wordt uitgevonden. Nee, u zal niet in de valkuil van stagnatie trappen want u hebt goed geluisterd naar wat de ministers zeggen!

Vlijtig spaart u de betalingsbewijzen en de bonnetjes van alle kosten die je voor die cursus hebt gemaakt (of zijn bonnetjes ook al ouderwets…)?

En u vult uw belastingaangifte in en u bewijst uw kosten. Die cursus is toch duur, de verplaatsingen, het materiaal (een nieuwe computer oa., internet, …). Leuk meegenomen denkt u.

Maar zo denkt de administratie er niet over!

De belastingadministratie is van oordeel dat het beroeps- of persoonlijk karakter van de uitgaven, die door een belastingplichtige worden gemaakt om deel te nemen aan cursussen, stages of seminaries (b.v. inschrijvingsgeld, examengeld, kosten van verplaatsingen, boeken, stencilwerk enz.) afhankelijk is van het verband tussen die uitgaven en de beroepswerkzaamheid, zoals ze door de betrokkene “op het ogenblik van de feiten” wordt uitgeoefend. Dus een boekhouder mag enkel kosten van opleidingen inzake boekhouder in mindering brengen!

De administratie geeft derhalve aan dat een onderscheid moet worden gemaakt naargelang het gaat om kosten van cursussen, stages of seminaries :

– die rechtstreeks in verband staan met de beroepswerkzaamheid die de betrokkene uitoefent op het tijdstip waarop de lessen worden gevolgd en die ten gevolge van de evolutie van de techniek van die werkzaamheid noodzakelijk zijn : bedoelde kosten mogen als beroepskosten worden afgetrokken;

– van een onafhankelijk vak of van een tot dusver door de betrokkene niet uitgeoefende beroepswerkzaamheid (dus leren apps ontwikkelen) : die kosten zijn niet aftrekbaar daar ze moeten worden gerangschikt onder de uitgaven van persoonlijke aard, bedoeld in art. 53, 1°, WIB 92 (Comm.IB, 52/209).

Volgens de administratie moet u uw toekomstvisie “behoud van werk en inkomen” maar 100% zelf bekostigen. Nee, geen aftrek van deze kosten!

Toch een beetje kortzichtig ons inziens. Immers hoe meer je je engageert in het levenslang leren, hoe meer je inkomen wordt behouden of zelfs stijgt en dus zijn er meer belastbare beroepsinkomsten waar de administratie later dus de vruchten van kan plukken.

Bovendien hebben bepaalde begripvolle rechters en zonder twijfel afgestemd op de markt van de werkgelegenheid, reeds jaren blijk gegeven van een hoge mate van flexibiliteit   Zo werd er geoordeeld dat de kosten van een aanvullende opleiding na de universitaire studies (of enige tijd na het starten van de beroepsactiviteit) als beroepskosten zouden kunnen worden afgetrokken. (Gent 22 januari 2002 Fiscoloog 2002, ed. 834, 8; Gent 3 juni 2003, Fiscoloog 2003, ed. 906, 9;. Rb. Brugge 9 juni 2010, Fisc. Koer. 2010). De rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft eveneens aanvaard dat een belastingplichtige die geen beroepsactiviteit meer uitoefende gedurende zijn studies, deze studiekosten toch kon aftrekken. (Rb. Brussel 14 juni 2012, Fiscoloog 2012, ed. 1312, p.11).

In een onverbiddelijk arrest van 3 april 2014 heeft het Hof van Cassatie helaas alle hoop begraven van de voorstanders van een moderne aanpak van de aftrek van studie- en opleidingskosten. Het Hof van Cassatie maakt daarmee inderdaad een einde aan dergelijke rechtspraak. Volgens het Hof kunnen alleen de kosten van onderwijs die verband houden met een reeds uitgeoefende beroepswerkzaamheid als beroepskosten worden afgetrokken. De kosten die gedaan worden om een nog niet uitgeoefende beroepsactiviteit te kunnen uitoefenen zijn echter niet aftrekbaar. En het Hof herinnert er aan dat krachtens artikel 53, 1°, WIB92 de kosten van onderwijs, die niet noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, niet als beroepskosten kunnen worden aangemerkt.

Spijtig en dat in een economie waar iedereen voortdurend wordt opgejaagd om bij te leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *