Nieuwe tarieven erfbelasting



Erfgenamen betalen in Vlaanderen geen successierechten meer. Nee, die term werd rigoureus vervangen door “erfbelasting”. De generaties voor ons hebben knarsetandend successierechten betaald. Wij – of onze erfgenamen- betalen erfbelasting.

Als een echte noeste Vlaming heb je hard gewerkt en een spaarpot aangelegd voor de harde tijden die nog zouden komen. Zo werd het ons in onze jeugd ingehamerd: “je moest voorzichtig zijn want je weet nooit wat er nog kan gebeuren”. Sparen was de boodschap.

En ook zo dikwijls gehoord: “je mag jezelf nooit voor je tijd arm delen”…     Voor iedereen is er 1 zekerheid in het leven en die is dat we allemaal ooit sterven. En dan moet er erfbelasting worden betaald.

Op wikifin vind je een “erfenissimulator”. Deze simulator duidt aan wie er zou erven en hoeveel de erfgenamen moeten betalen. Uiterst nuttig als eerste aandachtspunt.

Wat zijn op heden de tarieven en zijn die nieuwe tarieven wel zo spectaculair gedaald?

Ja en nee.

Het is zonder meer een goede zaak dat jonge kinderen niet moeten betalen op gezinswoning en er nog eens een extra belastingvrij bedrag bijkrijgen. Tussen broers en zussen is de wijziging niet zo spectaculair. Je draagt nog altijd bijna de helft van datgene waar je je hele leven voor hebt gewerkt af aan de staat.

Tussen derden is er een iets grotere wijziging in de goede zin, maar de staat eist toch nog altijd een groot deel van je bezit op.

Besluit: ja, er is verbetering maar …. het loont nog altijd de moeite om schenkingen te overwegen. Raadpleeg uw notaris of uw raadgever als u inlichtingen wenst (050 27 73 70) of mail ons: info@idab.Be

Hierna wordt de situatie voor de drie categorieën uiteengezet.

 

A. In rechte lijn (partners, (klein)kinderen en (groot)ouders) en tussen partners: de tarieven wijzigen niet. 

Erfenissen in rechte lijn en tussen partners worden blijvend  aan de laagste tarieven belast:

TABEL I
tarief voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners

A Schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

Vanaf

tot en met

0,01

50.000

3

50.000,01

250.000

9

1.500

250.000,01

27

19.500

Sinds 1 januari 2007 is de nettowaarde van de gezinswoning vrijgesteld van successierechten voor de langstlevende partner. Deze vrijstelling geldt niet alleen voor gehuwden, maar ook voor wettelijk en feitelijk samenwonenden.

In het Vlaamse Gewest wordt tevens de opsplitsing gemaakt tussen roerende en onroerende goederen. Door deze opsplitsing, kan de erfgenaam tweemaal van het laagste tarief genieten.

Een voorbeeld:

U erft een nettoverkrijging van 200.000 euro. Deze verkrijging bestaat voor 150.000 euro uit onroerende, en voor 50.000 euro uit roerende goederen. De toepassing van de tarieven gebeurt als volgt:

•roerend gedeelte: 50.000 euro. Op deze 50.000 euro is het tarief van 3% van toepassing. De successierechten op dit gedeelte bedragen dus 1.500 euro.

•onroerend gedeelte: 150.000 euro. Op de eerste schijf van 50.000 euro is het tarief van 3% van toepassing. Op de resterende schijf van 100.000 euro is het tarief van 9% van toepassing. De erfbelasting op het onroerende gedeelte bedragen 1.500 +  9.000 = 10.500 euro.

In totaal moet u dus 12.000 euro erfbelasting betalen. Mocht er geen opsplitsing gemaakt worden, dan zou de verschuldigde erfbelasting 15.000 euro bedragen.

NIEUW: Nieuw is dat de langstlevende partner geen erfbelasting meer zal betalen op de eerste schijf van 50.000 euro aan roerende goederen zoals cash en beleggingen. Maw: dit zou een belastingbesparing zijn van 1.500 euro. 

OOK NIEUW: Jongeren die voor hun 21ste hun beide ouders verliezen zullen geen erfbelasting moeten betalen op de gezinswoning.

Ze krijgen ook een vrijstelling tot 75.000 euro op de roerende goederen – zoals  geld en beleggingen – die ze van hun ouders erven. Die laatste vrijstelling levert een belastingbesparing van 3.750 euro op.

 

B) Tarieven tussen broers en zussen: een daling

 

TABEL IIa
nieuw tarief voor een verkrijgingen tussen broers en zussen

A Schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

Vanaf tot en met

tussen broers en zussen

tussen broers en zussen

0,01 35.000

25%

35.000 75.000

30%

8.750

>  75.000

55%

20.750

 

De tarieven worden toegepast per nettoverkrijging. Bij erfenissen in de zijlijn wordt geen opsplitsing gemaakt tussen het roerend en het onroerend gedeelte. Dit in tegenstelling tot erfenissen in rechte lijn en tussen partners.

Een voorbeeld:

Twee broers erven elk 150.000 euro van hun zus. De erfbelasting werd als volgt berekend:

75.000 euro x 30% = 22.500 euro
50.000 euro x 55% = 27.500 euro
25.000 euro x 65% = 16.250 euro

Elke erfgenaam moest dus in totaal 66.250 euro aan erfbelasting betalen.

Nu wordt dit:

 

35.000 euro x 25% = 8.750 euro
40.000 euro x 30% = 12.000 euro
75.000 euro x 55% = 41.250 euro

Elke erfgenaam moet dus in totaal (vanaf 1 september) 62.000 euro of 4.250 euro op een bedrag van 150.000 euro.  DUS een verschil van 4.250 euro

 

C) tussen derden

TABEL IIb
tarief voor verkrijgingen tussen andere personen

A Schijf in euro

tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in kolom A, in %

totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro

Vanaf tot en met

tussen anderen

tussen anderen

0,01 35.000

25

35.000,01 75.000

45

33.750

75.000

55

61.250

De tarieven worden toegepast op het totaal van de nettoverkrijgingen, in tegenstelling tot de erfenissen in rechte lijn en tussen broers en zussen. Elke erfgenaam betaalt een deel van de erfenisrechten in verhouding tot de ontvangen nettoverkrijging.

Een voorbeeld:

tarieven tot 1 september 2018:

Een erfenis van 100.000 wordt verdeeld onder 2 neven. De eerste krijgt 40.000 euro, de tweede 60.000 euro. De erfbelasting wordt berekend op de som van de nettoverkrijgingen, in dit geval 100.000 euro. Dat betekent dat de verschuldigde erfbelasting 47.500 euro bedraagt:

75.000 euro x 45% = 33.750 euro
25.000 euro x 55% = 13.750 euro

Dit bedrag wordt verdeeld volgens de grootte van de nettoverkrijging. Voor de eerste erfgenaam betekent dat hij 40% van 47.500 euro moet betalen, of 19.000 euro. De tweede erfgenaam betaalt 60% of 28.500 euro.

toepassing vanaf 1 september 2018:

35.000 euro x 25% = 8.750 euro
35.000 euro x 45% = 15.750 euro                                                                                                                                                                                                                                                              

25.000 euro x 55% = 13.750 euro

In totaal is de verschuldigde erfbelasting: 38.250 te betalen door erfgenaam 1 (40%): 15.300 en erfgenaam 2 (60%): 22.950 euro.

VERSCHIL: 9.250 euro

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *